Menu

Wet inburgering: van uitstel komt géén afstel

dinsdag 31 maart 2020

Minister Koolmees heeft op maandag 23 maart aangekondigd dat de nieuwe Wet inburgering niet per 1 januari 2021 maar per 1 juli 2021 wordt ingevoerd. Reden van dit uitstel: er wordt nog gewerkt aan de lagere regelgeving en de inrichting van de gegevensuitwisseling tussen organisaties in de inburgeringsketen. Daarnaast lopen er nog gesprekken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over de wettelijke en financiële kaders.

Tips om extra tijd optimaal te benutten

Ondanks dat gemeenten momenteel veelal aan de slag zijn met crisismaatregelen rondom het coronavirus, willen wij gemeenten via dit artikel oproepen deze extra tijd op termijn te benutten en te zorgen voor een optimale voorbereiding op de uitvoering van deze nieuwe wet. Onderstaand een aantal tips om tot deze optimale voorbereiding te komen.

  1. Denk na over de veranderopgave die de nieuwe wet aan uw organisatie stelt.
    De nieuwe wet heeft niet voor niets de ondertitel ‘Veranderopgave Inburgering’ gekregen. Nadenken over de noodzakelijke veranderingen in de (eigen) organisatie en de lokale of (sub)regionale inburgeringsketen is belangrijk. Deze veranderingen vergen tijd, vragen om specifieke interventies op het terrein van gedrag en cultuur en zijn gebaat bij een procesmatige aanpak en het zetten van kleine en overzichtelijke stappen.
  2. Stel een beleidsplan op
    Veel gemeenten komen nu al in de knel met de voorbereidingen. Bij deze gemeenten wordt het opstellen van een beleidsplan veelal overgeslagen of er wordt aangehaakt bij bestaande beleidsplannen. Vaak vanwege het geringe aantal inburgeraars of statushouders. Toch is het opstellen van een beleidsplan inburgering nodig om de visie ten aanzien van de participatie, re-integratie en inburgering te formuleren en vast te leggen wat de best mogelijke manier is om mensen en middelen in te zetten voor het bereiken van doelen én resultaten.

  3. Gebruik de gelegenheid om een adequate begroting op te stellen
    Naar verwachting wordt het financiële kader voor de nieuwe wet in de meicirculaire van 2020 opgenomen. Dit geeft gemeenten duidelijkheid over de financiën in relatie tot de programma- en uitvoeringskosten. Neem dit financiële kader mee in het beleidsplan waarbij u ambities afstemt op de financiële mogelijkheden.

  4. Sta stil bij de opzet van duale trajecten
    In veel regio’s worden marktconsultaties voor taal gehouden. Men gaat hierbij vaak voorbij aan de noodzaak om taal duaal aan te bieden, dit wil zeggen in combinatie met werken of participeren. Gemeenten hebben nu de tijd zich te oriënteren op de mogelijkheden van bijvoorbeeld leerwerkbedrijven en na te gaan op welke wijze een geïntegreerde werkwijze mogelijk is. Voor meer informatie kunt de handreiking leerroutes van Divosa raadplegen.

  5. Experimenteer en ontwikkel
    Veel gemeenten doen mee aanpilotprogramma’s waarin geëxperimenteerd wordt met nieuwe werkwijzen.Binnenkort worden deze pilotprogramma c.q. deze experimenten geëvalueerd en wordt de opgedane kennis en ervaring met gemeenten gedeeld. Voor deze informatiedeling organiseren het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Divosa bijeenkomsten. Maar gemeenten kunnen ook zelf aan de slag met het experimenteren van nieuwe werkwijzen of processen. Voor de uitvoering hiervan is echter samenwerking met ketenpartners nodig. Wij adviseren u deze samenwerking tijdig op te zoeken.

  6. Denk na over de begeleiding van de ‘onderweg-groep’
    De evaluatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) maakt duidelijk dat er nog veel ruimte voor verbetering is omtrent het taalniveau van de huidige groep inburgeraars of statushouders, ook wel de ‘onderweg-groep’ genoemd. Tref voorbereidingen om ook deze groep inburgeraars of statushouders op het gewenste taalniveau te krijgen. Gemeenten kunnen dan denken aan intensieve duale programma’s zoals ‘taal en werken’ of ‘taal op de werkvloer’. De hiervoor benodigde investering is vaak lonend omdat inburgeraars of statushouders werk vinden, niet meer uitkeringsafhankelijk zijn en in staat zijn om écht te participeren in de (lokale) samenleving.

  7. Betrek werkgevers
    Werkgevers zijn belangrijk omdat zij inburgeraars of statushouders een stage, werkervaringsplek of baan aanbieden. Ga met werkgevers in gesprek, betrek hen bij het proces en peil de behoefte in ondersteuning. Neem deze behoefte serieus en biedt daar waar mogelijk passende maatregelen.

Alle aandachtsgebieden voor gemeenten op een rij

Bent u op zoek naar meer tips en aandachtsgebieden om te komen tot een optimale voorbereiding? Download ons whitepaper ‘Veranderopgave Inburgering’

DOWNLOAD WHITEPAPER

Samen met het ministerie van SZW ondersteunen Divosa, VNG en DUO gemeenten bij de voorbereidingen en implementatie van het nieuwe inburgeringsstelsel. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met de regiocoördinatoren van Divosa of raadpleeg een van de volgende handreikingen:

Partnerbijdrage

BDO
Deel dit via:
Naar overzicht
Sluiten
X Zoek