Menu

Gemeenten aan zet in herverdelingsdiscussie

dinsdag 21 december 2021

Maatwerkanalyse van BMC biedt uitkomst

De herverdeling van het gemeentefonds is voor veel gemeenten een belangrijk issue. Zeker omdat zij op dit moment zelf aan zet zijn in de herverdelingsdiscussie. Om u te helpen om snel grip te krijgen op de effecten van de wijzigingen, heeft BMC een maatwerkanalyse ontwikkeld. Deze analyse kan u helpen bij het voeren van een meer gerichte discussie.

Als het aan het kabinet ligt wordt ongeveer 40% van de inkomsten van de Nederlandse gemeenten (de algemene uitkering uit het gemeentefonds) met ingang van 2023 anders verdeeld. Dat leidt tot herverdeeleffecten. In 2021 zijn er op drie momenten nieuwe uitkomsten gepubliceerd: een voorlopig model op basis van de cijfers 2017 in februari, een herzien model op basis van de cijfers 2017 in juli en een actualisatie op basis van de cijfers 2019 in augustus. De effecten variëren nogal en zelfs specialisten van gemeenten hebben grote moeite om ze uit te leggen, zo bleek dit najaar tijdens een webinar dat georganiseerd werd door BMC en FAMO.

Daarnaast had de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in oktober 2021 nogal wat kritiek op de manier waarop de herverdeling is vormgegeven. Op verzoek van de VNG heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hier op 13 december 2021 op gereageerd. Nu zijn de gemeenten zelf aan zet om hun visie kenbaar te maken. De VNG is inmiddels gestart met het consultatietraject. Om gemeenten te helpen om snel grip te krijgen op de effecten van de wijzigingen heeft BMC een maatwerkanalyse ontwikkeld. Deze analyse gaat in op de vraag welke maatstaven een grote impact hebben op uw gemeente en welke niet. Dit kan u helpen om een meer gerichte discussie te voeren. En dat is zeker belangrijk nu u als gemeente aan zet bent om te reageren op de voorliggende herverdeelvoorstellen.

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) concludeerde in oktober 2021 dat het nieuwe verdeelmodel een verbetering is ten opzichte van het oude model. Het oude model was namelijk onvoldoende toegesneden op de nieuwe taken van de gemeenten. Maar tegelijkertijd vond de ROB dat het voorstel patronen kent die niet uitlegbaar zijn.

Zo is de verdeling binnen het sociaal domein gebaseerd op de kostenverdeling in 2017, terwijl kleinere gemeenten pas later met grote kostenstijgingen te maken kregen. De gekozen verdeelmaatstaven werken daarom in het voordeel van de grotere gemeenten, aldus de ROB. Daarnaast leggen centrummaatstaven in het nieuwe model een relatief zwaar gewicht in de schaal, vanwege de stapelingsproblematiek die zich voordoet in centrumgemeenten (zowel hoge kosten voor de participatie, als voor de jeugdzorg, als voor de WMO). Er zijn echter ook niet-centrumgemeenten die met dergelijke stapelingseffecten te maken krijgen en die worden in dit model onvoldoende gecompenseerd. Verder stelt de ROB dat het goed is dat de verevening van de inkomsten opnieuw bekeken is. Maar de benadering die nu is gekozen, kwalificeert de ROB als te grof, met als gevolg dat er onuitlegbaar grote financiële effecten optreden die de draagkracht van veel gemeenten te boven gaan en een aantal andere gemeenten onevenredig bevoordeelt.

Randvoorwaarden voor de invoering

De invoering van de herverdeling van het gemeentefonds per 2023 zou daarom volgens de ROB moeten voldoen aan een aantal voorwaarden:

a. Gelet op de beperkte houdbaarheid van het verdeelmodel zou de invoering beperkt moeten blijven tot een periode van 3 jaar, met een herverdeeleffect van maximaal € 15 per jaar.

b. Aanpassen van de overcompensatie van gemeenten met een centrumfunctie.

c. Aanscherpen van een aantal maatstaven in het sociaal domein (eenpersoonshuishoudens en lage inkomens).

d. Aanpassen van de verevening van de eigen inkomsten.

e. Toevoegen van een aantal maatregelen op het gebied van monitoring en onderhoud van het verdeelmodel.

Reactie minister van BZK

Op maandag 13 december 2021 heeft de minister van BZK de VNG laten weten blij te zijn met de conclusie van de ROB dat het voorliggende voorstel een verbetering is. Ook streeft de minister nog steeds naar invoering per 1 januari 2023. De minister oordeelt dat de uitkomst in haar ogen overall een uitlegbaar beeld geeft: gemeenten met een zwakke sociaaleconomische structuur en weinig financiële slagkracht krijgen de hoogste uitkering per inwoner. Wel zegt de minister toe een aantal zaken nader te bekijken, waaronder de toepassing van de maatstaf ‘Eenpersoonshuishoudens’ en het verlagen van het bedrag per inwoner voor de maatstaf ‘Overige Eigen Middelen’.

Analyse BMC

In de door BMC georganiseerde online kennissessie over financiën op 24 juni 2021 presenteerden wij een analyse waaruit naar voren kwam dat met name in het zuiden en het noorden van het land gemeenten te vinden zijn die te maken hebben met nadelige herverdeeleffecten, die weinig financiële buffers hebben en die bovendien niet kunnen terugvallen op winsten uit grondexploitaties. Daarna zijn de nadelige herverdeeleffecten voor een belangrijk deel verschoven naar het midden en het westen van het land. Gevolg is dat een nieuwe analyse een heel ander beeld zou laten zien. Tijdens de kennissessie heeft BMC aangegeven dat zolang de rijksfinanciering niet op orde is, er een tweedeling dreigt te ontstaan tussen gemeenten die wel kunnen terugvallen op winsten uit grondexploitaties en gemeenten die dat niet kunnen.

Analyse augustus: sociaal zwakkere gemeenten, centrumgemeenten en grotere gemeenten gaan erop vooruit

In de door BMC gepresenteerde analyse van augustus 2021 kwam ook naar voren dat gemeenten met een sterke sociale structuur inleveren in het nieuwe model. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat armoedegerelateerde maatstaven zwaarder zijn gaan meewegen. Ook centrumgemeenten en grote gemeenten gaan er vaker op vooruit. Bij de centrumgemeenten komt dit vooral door de introductie van nieuwe centrummaatstaven. Grote gemeenten hebben bovendien vaker voordeel van de herverdeling binnen het cluster ‘Overige Eigen Middelen’.

Cluster WMO: relatief voordeel voor de grote steden

De grote steden delen in de nieuwe verdeelvoorstellen zwaarder mee bij de verdeling van het cluster WMO. Dit komt doordat ongeveer 80% van het budget wordt verdeeld via de maatstaven ‘Regionale centrumfunctie’ en ‘Huishoudens met een laag inkomen’. Hierdoor zien steden als bijvoorbeeld Arnhem, Groningen en Amsterdam hun relatieve aandeel in dit cluster stijgen.

Nieuwe centrummaatstaf: groot effect bij het cluster Sport, Cultuur en Recreatie

Binnen het cluster Sport, Cultuur en Recreatie wordt € 4,3 miljard verdeeld. Ongeveer een derde deel van dit bedrag wordt verdeeld via de centrummaatstaven (regionaal/landelijk). Het zal duidelijk zijn dat de grote steden hier relatief zwaarder in meedelen.

BMC: maatwerkanalyse voor uw eigen gemeente

Om gemeenten te helpen om snel grip te krijgen op de effecten van de wijzigingen heeft BMC een maatwerkanalyse ontwikkeld. Hiermee kunnen individuele gemeenten de belangrijkste oorzaken van de herverdeeleffecten eenvoudig in kaart brengen. Dit kan u niet alleen helpen bij het informeren van uw gemeenteraad, maar ook bij de inbreng van uw gemeente bij de bestuurlijke consultatiesessies die de VNG organiseert. De maatwerkanalyse van BMC is als volgt opgebouwd:

samenvattend overzicht
herverdeeleffecten
analyse van de effecten
cluster OZB

Partnerbijdrage

Wilt u meer weten over onze maatwerkanalyse, neem dan contact op met senior adviseur Erwin Ormel of senior commercieel manager Erik Flier.

Erwin Ormel, senior adviseur
Tel.: 06 - 10 63 16 53
email: erwin.ormel@bmc.nl,

Erik Flier, senior commercieel manager
Tel. 06 – 51 50 99 55
Email: erik.flier@bmc.nl

BMC (2)
Deel dit via:
Naar overzicht
Sluiten
X Zoek